Middeleeuwse bibliotheken Ten Duinen en Ter Doest: het ontstaan (1)

08/10/2009

Ten Duinen - Ter Doest
De Openbare Bibliotheek Brugge bezit ongeveer 700 handschriften. Het leeuwendeel van deze handschriften is afkomstig uit de middeleeuwse bibliotheken van de cisterciënzerabdijen Ten Duinen en Ter Doest. Deze cisterciënzercollectie is een unieke troef van de bibliotheek. In enkele blogberichten krijgt u de geschiedenis van deze cisterciënzerbibliotheken te lezen en wordt duidelijk waarom deze cisterciënzercollectie in de Openbare Bibliotheek zo uniek is.

De Duinenabdij vond haar oorsprong in een gemeenschap van kluizenaars. Omstreeks 1107 vestigde de kluizenaar Ligerius zich in de duinen van het huidige Koksijde. Hij trok enkele volgelingen aan, waaronder Fulco, een monnik uit de abdij van Fontmorigny. In 1128 nam Fulco de leiding van de gemeenschap, die hij uitbouwde met de steun van het kapittel van Sint-Walburga en van de graven Willem Clito en Diederik van de Elzas. In 1138 besloot Fulco zijn gemeenschap te laten aansluiten bij de Orde van Cîteaux. Bernardus van Clairvaux aanvaardde de nieuwe gemeenschap en stelde Robrecht van Brugge, voormalige docent theologie aan de kathedraalschool van Laon, aan als eerste abt van de nieuwe cisterciënzerabdij Ten Duinen. Ten Duinen stichtte op haar beurt twee dochterabdijen: Clairmarais (nabij het Noord-Franse Saint-Omer) en Ter Doest (in Lissewege), die werden opgericht respectievelijk in 1140 en in 1175. Klik hier voor een kunstige familieboom van de cisterciënzerabdijen.

De bekendste Duinheer was Idesbald van der Gracht, de derde abt van de gemeenschap. Idesbald liet dankzij zijn politieke en religieuze ervaring de jonge abdij groeien in omvang en belang. Maar het is pas na zijn dood dat zijn faam echt begon. In 1237 werd bij het overbrengen van zijn kist naar een nieuwe begraafplaats zijn lichaam namelijk ongeschonden aangetroffen. Er ontstond een verering, die in 1623 nieuw leven ingeblazen werd toen het lichaam van Idesbald voor een tweede maal ongeschonden werd aangetroffen. Monnik Nivardus van Hove (gest. 1707) schreef een geromantiseerd levensverhaal van Idesbald, met uitvoerige aandacht voor de mirakelen. Dit verhaal wakkerde via talrijke edities in de achttiende en negentiende eeuw de populariteit van de Idesbaldverering aan bij het grote publiek. In 1894 werd hij zalig verklaard en was er een feeststoet in Brugge. In Cabrio zit daarover heel wat beeldmateriaal uit de Beeldbank Brugge.

Wordt vervolgd…