Eindelijk Nederlandse vertaling brieven Hiëronymus

HiëronymusHiëronymus (ca. 340 – 420) is vooral bekend als vertaler van de Bijbel en als één van de beroemde kerkvaders van het Westen.  Achter deze abstracte icoon gaat echter een interessante persoonlijkheid schuil die we vooral leren kennen in zijn briefwisseling met geloofsgenoten en vrienden. Dankzij de vertaling door Chris Tazelaar bij uitgeverij Damon zijn deze brieven nu eindelijk in het Nederlands beschikbaar. De vertaling is voorzien van een uitgebreid voetnotenapparaat en van talrijke handige indexen.

In zijn brieven behandelt Hiëronymus uiteenlopende onderwerpen: hij klaagt ketterse gedachten aan, filosofeert over de dood van een dierbare vriend, wenst een paus geluk met zijn verkiezing, wijst een kennis op zijn zonden en maant hem aan tot berouw, geeft duiding bij zijn eigen werk, enz. In een opmerkelijke brief aan Augustinus van Hippo (354 – 430), een andere grote authoriteit, gaat Hiëronymus (na 10 jaar) in op enkele vragen over de bijbelvertaling die Augustinus hem in drie brieven had voorgelegd. De toon van de brief is snerend, lichtgeraakt. Hiëronymus beantwoordt de vragen over zijn bijbelvertaling- en commentaren, maar maakt duidelijk dat het voor hem welletjes is geweest met de kritiek. In de volgende passage, waarin hij geen blad voor de mond neemt, laat Hiëronymus blijken dat hij niet onder de indruk is van Augustinus:

 “Ik vraag u daarom en verzoek u dringend om welwillend kennis te nemen van mijn bescheiden uiteenzetting. Mocht ik mijn grenzen overschreden hebben, wijt dat dan aan uzelf, die mij genoodzaakt hebt om terug te schrijven en mij het licht van mijn ogen hebt ontnomen (…). Houd mij niet voor een leraar van leugens. Ik volg Christus, die zegt: ‘Ik ben de weg, het leven en de waarheid,’ en het is onmogelijk dat ik als vereerder van de waarheid mijn hals onder het juk van de leugen zou leggen. Breng mij ook niet in opspraak bij het domme volk, dat u vereert als bisschop (…) maar weinig interesse heeft in mij, die al hoogbejaard en op sterven na dood ben en me het liefst ophoud in de afzondering van een klooster op het platteland. Zoek personen om te kunnen onderwijzen of terechtwijzen, want tot ons, die door zo’n enorme afstand over zee en land van u gescheiden zijn, dringt de klank van uw stem ternauwernood door.

(Hiëronymus, Hiëronymus aan Augustinus, vert. Chris Tazelaar, brief 112, p. 815; voor de Latijnse editie van deze brief, zie Corpus Scriptorum Ecclesiasticorum Latinorum, vol. 34/II, ep. 75)

Hiëronymus’ brieven werden in de middeleeuwen gelezen en doorgegeven als kleine traktaatjes waaruit veel te leren viel. Ook de monniken van de cisterciënzerabdij van Ter Doest in Lissewege bezaten minstens één kopie van de briefwisseling. Deze 12de-eeuwse kopie, in twee volumes, wordt vandaag bewaard in de hoofdbibliotheek “Biekorf”, in de handschriften 148 en 149. De afbeelding toont de overeenkomstige Latijnse passage uit brief 112, zoals die neergeschreven staat in handschrift 148 (folio 109r, kolom a, regels 11-26).

Klik hier voor een beter zicht op de afbeelding.

Plaats een reactie